
(verschenen in Whisky Passion, nummer 1, 2013)
Amerikaanse belevenissen..
One scotch, one bourbon, one beer
One scotch, one bourbon, one beer
Please mister bartender, listen here
I ain’t here for trouble, so have no fear 1)
Samen met mijn vrouw Vera en onze twee kinderen Jan en Merel proberen ik in drie weken tijd een klein stukje van de oostkust van Amerika te doorkruisen: via Boston, Newport, Stockbridge, Lancaster, Warm Springs, Roanoke, Raleigh, Outer Banks, Richmond, Washington, Philadelphia naar New York. Her en der probeer ik mij open te stellen voor de mij redelijk onbekende Bourbon whiskey. In ieder restaurant, bar of pub is het de bartender die mij een een stukje verder brengt, steeds iets dichter bij de appreciatie van deze voor mij zoetige whiskyvariant, de opvolger van brandy, het alom bekende vuurwater.
Simon Kenton Pub
This is Bourbon country, zegt onze bartender John Loeffler in zijn Simon Kenton Pub. John is tevens de innkeeper van The Inn at Gristmill Square en is zichtbaar trots op de accommodatie die hij samen met zijn vrouw Kate heeft opgebouwd. It’s more likely you drink Bourbon here. Ik scan toch nog even de schappen achter hem voor een Schotse whisky. Helaas, ik zal mij moeten aanpassen. Maar ach wat, daar zijn we tenslotte voor gekomen. Terwijl ik mijn keuze uitstel door voor mijn vrouw een mooi glas Vouvray te bestellen schuift een gezelschap luidruchtige Amerikanen naast mij de huiskamerbar van de The Waterwheel Restaurant binnen. We bevinden ons in Warm Springs, Virginia. Niet zo ver van onze route zuidwaarts via de Blue Ridge Parkway. The Inn at Gristmill Square is een verbouwde watermolen. Het grote waterrad is nog prominent aanwezig in het midden van het restaurant, alsof het zijn bestaansrecht nog elk moment wil bevechten. Het viertal Amerikanen heeft zojuist in dezelfde eetgelegenheid behoorlijk ingenomen en wil een afzakkertje. We hebben al kennisgemaakt tijdens het eten en het gesprek ging over Amerika en onze route richting Outer Banks en New York.
Maker’s Mark
Alle vier nemen ze een Maker’s Mark whisky (zonder e ), een bourbon uit Kentucky. De meestal zoete bourbon is niet geheel mijn smaak en ik aarzel en bestel laf een Macallan 12 year old, de enige Schotse whisky op de schappen naast een flink aantal Ierse whiskies. Ook zij merken mijn twijfel op. Why drink Scotch when you can have Bourbon ?, zegt mijn twee meter hoge buurman lachend terwijl hij me joviaal op de schouder klopt. Wanneer ik vertel dat we uit Nederland komen heeft hij enig herkenningspunt: Near Scotland ? Ja, zeg ik. Daar jaagt hij jaarlijks op groot en klein wild. This Scottish stuff is undrinkable. Zijn vrouw schuift me een glas Maker’s Mark toe. Try, Fred. Sure you like it. Ik ruik caramel en vanille en koppel dit direct aan mais. De structuur van Maker’s Mark is mijn idee van hoe een echte bourbon qua structuur smaakt: ietwat vettig en een beetje olieachtig. Het is een onwennig, maar zeker geen smaak die mij tegenstaat, dus ik besluit de rest van onze reis de bourbons een kans te geven. Mijn Amerikaanse buurvrouw is benieuwd naar mijn oordeel. Very surprising, zeg ik met een glimlach. En dan heb ik niet gelogen.
Een lesje Bourbon
De bartender ziet mij kijken, ruiken en proeven terwijl hij zijn glazen droog wrijft. Hij kijkt mij onderzoekend aan en ziet dat ik mijn best doe. Hij legt uit dat de bourbon, in tegenstelling tot de Schotse whisky, voor het merendeel uit mais gemaakt wordt en dus daarom aan de zoetige kant is. Wanneer ik naar zijn favoriet vraag noemt hij er enkele: Booker’s, Woodford Reserve en de Willett 18 y.o. Ik besluit op dat moment voor die avond mijn marathon af te breken om morgen weer fris verder te onderzoeken. See you tomorrow, roept John ons na.
The Velvet Cloak Inn
We vervolgen onze reis via de Blue Ridge Parkway richting Roanoke, om vervolgens af te buigen naar Raleigh; zo’n slordige 300 kilometer door een overweldigende natuur. Geen enkel probleem voor onze Buick SUV 3.6L V6 6-speed automatic, onze zeer betrouwbare pre-economic crisis car en reisgenoot.
Take me home, country roads
Almost heaven, West Virginia
Blue Ridge Mountain, Shanandoa River
Life is old there, older than the trees
Younger than the mountains, blowing like a breeze 2)
…. galmt onze stereo. Niet helemaal het repertoire van onze kinderen Jan en Merel, maar denkend aan de Outer Banks met strand, zon en zee wordt zelfs de stem van John Denver verteerbaar. De Velvet Cloak Inn in Raleigh wordt in onze Rough Guide omschreven als een ‘wrought-iron-and-brick, New Orleans-style Motel’. Het is inderdaad een stalen wonder van gedraaid metaal en strak beton. De vele mooie balustrades zijn van bloembakken voorzien en doen fleurig aan. Alleen missen we de gasten; het is er doodstil.

Dit geeft een spookachtig gevoel. Het meisje bij de receptie lacht voortdurend zonder reden en dat maakt het geheel nog vreemder. De gedachte aan The Shining met Jack Nicholson kan mijn vrouw niet onderdrukken omdat ze hierin een gelijkenis ziet met actrice Shelley Duvall. We lopen de prachtige bar binnen om even te acclimatiseren. De bourbon whiskeys staan schouder aan schouder opgesteld en curieus op grootte gerangschikt. ‘s Avonds verrast Shelly ons. Als een heuse juf wijst ze naar de verschillende merken op de schappen en debiteert ze haar bijna encyclopedische kennis. Ze ontpopt zich als een meer dan gemiddelde bartender en onze vooroordelen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Ik bestel een Willet 18 y.o. en ben inderdaad aangenaam verrast. De Willetts die Shelly presenteert zijn dikbuikig met een elegante slanke hals. Ook enkele Woodfords zitten in een apart gevormde platte fles. Er wordt in Kentucky nagedacht over de presentatie van het product whiskey en men is niet bang om zich te onderscheiden middels buitenissige flesvormen. Ook de koppeling met sigaren (niet zelden Havanas) wordt regelmatig gemaakt. Ik droom al weg met mijn favoriete (longfiller) Mancanudo in mijn rechterhand en een Willett in mijn linker. Tot mijn plezier tref ik een redelijke verzameling Wild Turkey decanters aan en herken zelfs enkele exemplaren die ik met trots in huis heb.
The Tabard Inn, Washington DC
The Outer Banks zijn fantastisch. We genieten volop van de vriendelijkheid van de Amerikanen, het fantastische weer en de historie die zich telkens weer opdringt. De gebroeders Oliver en Wilbur Wright hebben rond Kill Devil’s Hill vanaf 1903 hun eerste proefvluchtjes gemaakt om uiteindelijk in 1927 de eerste transatlantische vlucht te maken. We passeren het giga speelterrein en attractiepark.

Via de Colonial Highway komen we in Pokahontas-country. De verhalen rond John Smith die het aanlegt met de dochter van het plaatselijke stamhoofd komen tot leven. Met enige jaloezie zien we het prachtige landschap rond Jamestown Settlement aan ons voorbijschieten: ze zaten wel op een A-lokatie die eerste Engelse settlers. De gehele east coast van Amerika is vergeven van de verwijzingen naar de eerste (non native) Amerikanen. The Tabard Inn in Washington ontleent haar naam aan de legendarische Engelse herberg van waaruit de pilgrims in de 14e eeuw richting Canterbury vertrokken. Ook deze Tabard is een verzamelplaats van journalisten en verhalenvertellers. Het interieur kent een sfeervolle houten pannelling, Chesterfield fauteuils, enkele dito banken en het geheel is met schemerlampjes verlicht … de perfecte omgeving om even weg te zakken met een bourbon.
John Malkovich
Aan de bar treffen we een gevarieerd gezelschap aan van zakenmensen, studenten en toeristen. Vera bestelt een Nebiola en ik begin met de ondertussen met een vertrouwde Woodford Reserve. Na onze eerste ervaring in The Velvet Cloak Inn gaan we bijna denken dat het inhuren van look-alikes van acteurs een onderdeel is van Amerikaanse hotel beleid: onze barman lijkt als twee druppels water op John Malkovich. John is vriendelijk, snel, spraakzaam en behulpzaam. Zijn lange werkblad onder en achter de bar is in compartimenten verdeeld en rijkelijk gevuld met schijfjes groene en gele citroen, kaneelstokjes, een variatie aan siropen, suikers, kersen, mintblaadjes, cocktailglazen, roerstokjes in tien kleuren en vormen, shakers, enzovoort, enzovoort. Kortom, de noodzakelijke werktuigen en ingredienten voor een masterblender en cocktailmixer. John verstaat zijn vak. Terwijl in razend tempo ingewikkelde cocktails samenstelt blijft hij in staat om op een rustige manier zijn klanten te woord te staan. Met name de Sazerac (bekend als the oldest known American cocktail), de Malt & Oats 12, en de Franco hebben gretig aftrek. Telkens met een bourbon basis zoals Rye Whiskey, High West Oat Whiskey of Old Overholt Rye Whiskey. Op mijn vraag wat zijn favoriete bourbon is als basis voor veel cocktails noemt John de Woodford Reserve Double Oaked. Genereus zet hij mij een Maple Leaf Cocktail voor, maar ik merk dat mijn smaakpupillen nog niet getuned zijn op dit hoogstandje van Amerikaanse mixology.
River Cafe, Brooklyn, NY
We laten Mr Malkovich met zijn toverkunsten achter ons en rijden via Philadelphia naar New York. Twee restaurants staan speciaal op ons verlanglijstje: the River Cafe en Frankie and Johnnie’s. De eerste vooral vanwege zijn ambiance en ligging, de laatste vanwege de beroemde sirloin steaks. River Cafe ligt op een ponton aan de voet van Brooklyn Bridge. Het uitzicht op Manhattan is adembenemend. Nothing can top that view, zegt onze Frommer’s. Bij ondergaande zon gaan de lichtjes in en om het restaurant aan en de live pianomuziek van huispianist Dom Salvador geeft het geheel een chique atmosfeer. Dom heeft in de jaren zeventig Den Haag nog bezocht samen met Harry Belafonte op zijn 1977 European Tour, vertelt hij met enige trots. Ik loop langs een riante verzameling bourbons en weet al dat ik na de maaltijd de Willett 18 y.o. en de High West Rye 21 y.o. ga proeven. De bartender in River Cafe wrijft hier niet de glazen droog, maar is een connaisseur, een adviseur, bourbonoloog, maar bovenal Hongaar. Dit laatste bevreemd mij en wanneer ik met ietwat gefronste wenkbrauwen naar zijn lichte accent luister legt hij uit dat zijn familie al decennia in Amerika woont en een traditie heeft opgebouwd in het restaurantwezen. Wanneer hij de whiskylist brengt raadt hij me sterk de Woodford Reserve 90.4 aan. Ik gehoorzaam en ben zeker niet teleurgesteld. De geur van charred barrels komt uit mijn glas omhoog; de smaak van wederom vanille en een vleugje kaneel. De High West Rye 21 y.o. mag van mij de avond afsluiten alvorens we via Brooklyn Bridge teruglopen richting Manhattan. River Cafe was een feest voor onze smaakpupillen.
Frankie & Johnnie’s
Veel restaurantgidsen delen New York per wijk in, zo ook Frommer’s. Onze keus valt op het Frankie & Johnnie’s Steakhouse op 269 West 45th Street in het Theatre District. Het restaurant is op de tweede verdieping en we lopen de smalle trap op waar een ober ons op staat te wachten. De vele foto’s aan de muren vertellen het verhaal van het beroemde verleden van deze voormalige speakeasy: acteurs, zangers en filmsterren frequenteerden het steakhouse. Onze bartender op leeftijd is met trots vereeuwigd op meerdere portretjes: met Frank Sinatra, Dean Martin en vele voor mij onbekende honkbalhelden. Het van origine Italiaanse restaurant is bekend om zijn sirloin steak: voor $ 42 hangt deze over je bord. De Pinot Noir Beringer uit 1999 is onze steun en toeverlaat bij het verorberen van de T-bone.
Handwerk
Onze bartender is multifunctioneel. Hij dient het eten op, zorgt voor de drankjes, adviseert, ruimt op en schrijft zijn rekeningen nog met de hand: hier geen computer of rekenmachine, alles – behalve het gebruik van de plastic card – verwijst naar vervlogen tijden. De wine list is indrukwekkend: de ongeveer tweehonderd wijnen zijn ingedeeld in Old World en New World en de bourbons staan op een aparte kaart. Ook het inschenken van mijn afsluitende rye whiskey – dit keer een Pappy Van Winkle’s Family Reserve 20 y.o. – is handwerk: geen maatbekers om de maat te nemen van 0,3 cl per glas. Nee, het glas wordt uit de fles ingeschonken en zit dan ook gewoon vol. Deze Rip Van Winkel (de naam is gebaseerd op een verhaal van Washington Irving uit begin negentiende eeuw en vertelt de belevenissen van een man van Nederlandse komaf) kan mij nog niet bekoren, maar op advies van onze bartender geef ik deze prachtig vormgegeven fles een faire kans. Hij parkeert de rye whiskey op onze tafel en draait vervolgens het etiket met de afbeelding van de founding father mijn richting op. Jammer dat ik hier binnen het voorbeeld van Pappy niet kan volgen: er hangt een no-smoking bordje boven de bar.
Fred Blans
bronvermelding
1) One Scotch, One Bourbon, One Beer. Amos Milburn , 1953
2) Take me Home, Country Roads. John Denver