Ieder jaar worden ze geschreven, de speeches voor de Immortal Memory, een vast ingredient in het format van het Burns Suppers. Zo ook bij de vijfde Burnsviering in The Irish Cottage ter ere van de 258e verjaardag van de Schotse Bard die op 25 januari 1759 werd geboren en op 37-jarige leeftijd het leven liet.
De Kunsten

Het gekozen thema voor deze jubileumviering is deze keer Burns als exciseman, als inner van belastingen voor de Dienst voor Accijnzen (nu bekend onder de naam HM Revenue & Customs). In de Immortal Memory Speech belicht spreekstalmeester Paul Moes het belang van Robert Burns voor onze huidige tijd en zijn eigen relatie met het gekozen thema. Door het laatste belastingnieuws uit Den Haag van een falend ministerie is dit een dankbaar onderwerp. Met pathos, humor en enkele muzikale intermezzo’s opent hij de avond.
Immortal Memory Speech
Dames en heren,
Het belang van Robert Burns voor onze huidige tijd is onmiskenbaar. Het waren zijn patriottisme, zijn poëzie, zijn liefde voor de whisky en zijn lidmaatschap van de vrijmetselarij die velen aantrokken. En …. ik wil vanavond een belangrijk aspect aan dit rijtje toevoegen, een aspect dat wij vanavond gaan belichten, Burns’ als Exciseman, als inner van belastingen.
Ieder jaar rond zijn verjaardag op de 25e januari vinden duizenden mensen over de gehele wereld het de moeite waard om stil te staan bij een traditie die aan het begin van de 19e eeuw is ontstaan. Deze traditie kreeg de benaming Burns Supper.
Het is ontegenzeggelijk waar dat ook de mens Robert Burns niet onopgemerkt is gebleven. Zou het kunnen zijn dat deze rebel, rokkenjager, kroegloper, opportunist, dichter, boer en huisvader tot de verbeelding sprak ? Vertegenwoordigde hij de man die we eigenlijk allemaal hadden willen zijn: vrij, het hart op de tong, vaderlandslievend, hardwerkend, genietend en knap ? Waren het zijn eigen woorden in zijn gedicht The Farewell (Een Vaarwel) die vroegen om een jaarlijks herdenken van The Bard, de dichter ?
When day is gone, and night has come
And folks are all asleep,
I think on him that ‘s far away,
The very long night, and weep,
Met het thema van vanavond: Burns als exciseman, als belastingambtenaar, als belastinginner, komen we direct bij een gevoelig punt: geld als middel voor de overheid om haar taken te volbrengen. Robert Burns zat met een dilemma: hij was begaan met de kunsten, was een virtuoos dichter, een begenadigd liederenschrijver en een goed spreker, maar moest om financiële redenen andere inkomsten genereren. De vrijmetselaarslodge in Edinburgh, die hem als bekende dichter omarmde en met hem pronkte, had hem nooit enige financiële middelen willen of kunnen geven. Er was dus noch geld van rijkswege, noch geld van particulieren. De Kunsten waren ook toen aan hun lot overgeleverd, dames en heren. Ook toen was schraalhans keukenmeester.
Burns was een huisvader en wilde vrouw en kinderen kunnen onderhouden, maar in zijn boerenbedrijf viel niets te verdienen. Tegen heug en meug vulde de Ploughman Poet daarom de laatste 7 jaren van zijn leven de schatkist: hij werd belastingambtenaar tegen beter weten in; hij werd gauger in naam van overheid. Een overheid die niet aan de kant van de arme man stond, niet aan de kant van de landarbeider zoals Burns. Onze dichter bleek een consciëntieus ambtenaar van belastingen te zijn …. en, dames en heren, na het onthutsende nieuws van gisterenavond over onze eigen belastingdienst kan ik de gedachte niet onderdrukken: Where is Robert Burns when our country needs him ? Enfin, na enkele jaren zwoegen in de heuvels rond Dumfries wachtte hem een promotie in de Dienst der Accijnzen. Met deze promotie kon hij zijn boerenleven voorgoed achter zich laten en hij verkocht vervolgens gewas en veestapel aan de hoogste bieder.
In het lied The Deil’s awa wi th’ Exciseman laat Robert Burns de tweestrijd horen waar hij in beland was: ‘ De duivel is er vandoor met de Ontvanger’ schrijft vertaler professor Max de Haan: ‘Hij is er vandoor met de belastingambtenaar’ : een vooruitzicht dat iedere whisky-stokende boer als ideaal had….en Robert Burns diep in zijn hart ook. In zijn gedicht Scotch Drink neemt hij het op voor de armen. In zijn Address to a Haggis richt hij een standbeeld op voor het eten van de gewone man, de boer die genoegen moest nemen met alles wat het schaap hem te bieden had nadat het vlees en de wol verkocht was: de ingewanden.
Wanneer de overheid toen meer geld aan de kunsten had gegeven, was onze Robert misschien nooit in deze situatie terechtgekomen, beste mensen. Was hij misschien niet op zo’n jonge leeftijd gestorven aan reuma en hartfalen. Fysieke mankementen die, zo denkt men, het gevolg waren van de lange tochten die hij te paard moest maken door de ruige heuvels van Schotland. Hij beschrijft deze barre tochten op onnavolgbare wijze in Pegasus at Wanlockhead.
Ook de bandleden van vanavond, dames en heren, allen liefhebbers van de kunsten hebben zich uiteindelijk moeten wenden tot het aardse bestaan. Ziehier een botenbouwer op fluit en doedelzak; een politieambtenaar op gitaar en mijzelf, een zingende uitbater van deze eenvoudige herberg. Geen van allen ooit financieel ondersteund om ooit tot het hoogste te komen: de Kunsten.
Ook Robert Burns heeft omwille van zijn inkomen zijn creativiteit moeten verloochenen. En hier zit de parallel, dames en heren; het is anno 2017 niet anders. Ook nu wordt de cultuur aan banden gelegd en financieel afgeknepen. Symfonieorkesten worden niet meer gesubsidieerd, toneelgezelschappen verdwijnen tussen de coulissen, de BKR is al decennia van de baan en hele theatergezelschappen moeten de gordijnen sluiten. U kunt vanavond nog getuige zijn van topamusement omdat u zelf betaalt. Wij zorgen, dames en heren, niet goed voor onze cultuurdragers….toen niet en nu niet. Dat is de band, dames en heren, die wij vanavond met Robert Burns voelen, een hechte cultuurband.
Laten we elkaar daarom jaarlijks scherp houden rond de geboortedag van Robert Burns, met elkaar toosten op zijn nalatenschap en deze band met hem blijven onderstrepen en levend houden met whisky, haggis, liederen en muziek. Robert had niets anders gewild.
Dank u voor uw aandacht.
Haggis

Tweeëntachtig liefhebbers zijn aangeschoven in de grote zaal. Chefkok Edward van Heezick draagt zijn haggis binnen onder begeleiding van een doedelzakspeler. Direct daarna wordt de Address to a Haggis uitgesproken, een ode aan het van oudsher traditionele eten voor de arme Schotse schapenboeren. De gemalen ingewanden zitten strak verpakt een schapenmaag; no food for the faint-hearted.