Mensen maken ervaringen bijzonder. Dit geldt in hoge mate voor een uitstapje met de leden van het Tilburgsch Cigarengenootschap Heerenleed. Reisagentschap BVH (Bolsius Van Houtert) heeft alles tot in de puntjes geregeld. Bordeauxwijnen, cognac en sigaren zullen in focused moderation voorbij komen.
Verbunt Verlinden
Het Aéroport de Bordeaux-Mérignac ligt op de linkeroever van de rivier de Gironde iets ten westen van de stad Bordeaux. We laten de stad rechts liggen om direct naar Cognac te rijden, de hoofdstad van de gelijknamige streek. We kijken uit naar een glas koele witte wijn en een mooie sigaar. Onze lunchtafel is al door het personeel van L’Atelier de Quai in gereedheid gebracht. Maar voordat we hier aankomen geeft Peter van Houtert, managing director van Verbunt Verlinden en hobbyroker, tekst en uitleg over de regio’s Aquitaine met haar bordeauxwijnen en ten noorden hiervan de regio Poitou-Charentes met de cognacstreek. ‘In dit gebied is men begonnen om een versterkte drank te maken, een eau-de-vie de vin, een brandewijn gemaakt van druiven, omdat een stille wijn niet goed genoeg was. Cognachuis Delamain – eigendom van La Société Jacques Bollinger – is een bijzonder huis omdat hun eerste cognac in de reeks, hun vlaggeschip Pale & Dry XO al sowieso twintig jaar oud is.

Het bescheiden marktaandeel op de Nederlandse markt van Delamain (1200 flessen) valt in het niet bij de prominente plaats die het in eigen land inneemt. De Nederlandse markt voor cognac – Joseph Guy, Courvoisier, Hennessy, Martell, Hine, Remy Martin, enzovoorts – is zo’n 3,5 miljoen flessen. Terwijl we alle informatie in ons opnemen, passeren we de eens zo beroemde wijnbeurs van Europa, de VinExpo. Das war einmal….hij verhuisde naar Düsseldorf (ProWein) en kwam daarna weer retour naar Parijs.
Lappendeken
Enfin, even een helicopterview: ‘Bordeaux is het grootste gedemarceerde wijngebied ter wereld; de totale appellation is enorm groot. Ter vergelijking: Australië produceert net zoveel wijn als het gehele Bordeauxgebied en dan is de Languedoc er nog niet bijgerekend. De Gironde is een belangrijke rivier, die niet alleen de stad in tweeën deelt, maar ook de lappendeken aan wijngebieden. De wijngaarden liggen iets meer naar de kust toe. We krijgen dan de Médoc en de Haute-Medoc met de beroemde cru wijnen, zoals Pauillac. Iets meer naar het binnenland toe vinden we vervolgens de Bergerac. Daarna ga je naar Libourne, richting Saint-Émilion en Pomerol’.
Uitbreiding in 1992
‘Juist omdat het gebied zo uitgebreid is, is het ook moeilijk om te begrijpen. Er zijn mensen die zeggen dat het gebied weer terug moet naar het oppervlak van 1992. In dat jaar besloot men namelijk om de wijngebieden uit te breiden. Terug naar die grootte zou betekenen dat 25% van de wijngaarden gerooid zou moeten worden. Ga na, de top-125 van alle chateaux verdient goed tot extreem goed geld, maar in de onderste divisies kunnen veel wijnboeren nog amper het hoofd boven water houden. Neem het gebied Entre-Deux-Mers (tussen de Dordogne en de Garonne in het departement Gironde) of Côtes de Castillon. Deze wijnen zijn moeilijk te verkopen’.
Donkere wolken
‘Bordeaux leeft eigenlijk van de Aziatische markt. De tijd dat de Chinezen Petrus met sinaasappelsap en een ijsklontje dronken, gaan ze ook achter zich laten. Wat de Amerikaanse markt betreft, zij proberen hun wijnen veel te duur op de Europese markt te verkopen en prijzen zich zo uit de markt. Trump vindt dat niet leuk en wil gezien de laatste berichten wel iets gaan doen aan de verkoop van wijn uit Europa. Dat zal wel weer op importheffingen uitdraaien. Daarnaast: wat gaat Brexit betekenen? Wat doen de hele rijke Russen? Kortom, donkere wolken aan de hemel voor Bordeaux. Maar, de top-chateaux zijn nog steeds geweldig. 2018 is nog steeds een geweldig jaar; echter niet zo groot als het wordt beweerd. De oogst vorig jaar viel tegen qua volume, maar de top-125 heeft het goed gedaan’.
Linker- en rechteroever
Terwijl links en rechts de wijngaarden aan ons voorbijgaan, vertelt Peter verder. ‘Goed, we hebben het altijd over de linker- en de rechterkant van de Gironde. Links is de (Bas)Médoc en de Haute- Médoc en de communes, zoals Saint-Estèphe, Pauillac en Margaux. Daarna Graves en Bordeaux Superieur. Aan de rechterkant vinden we dan Fronsac, Saint-Émilion met alle satellieten en Pomerol. Tussenin het eerder genoemde Entre-deux-Mers. De linkerkant is vooral cabernet-sauvignon – ofschoon merlot steeds meer opkomt – en aan de rechterkant domineert merlot. Daarom is het moeilijk te zeggen dat een Bordeauxjaar altijd super is, omdat de merlot altijd eerder rijp is dan de cabernet-sauvignon. Soms kan door veel regen de Pomerol en de Saint-Émilion het goed doen en door een verregende oogst de Medockant het minder doet. 1998 was bijvoorbeeld zo’n jaar’. Met een waar-kunnen-we-dit-moois-dan-proeven blik kijkt het busgezelschap halsrijkend uit naar de eerstvolgende stop.
Cru of niet
Het wijncollege is nog niet voorbij. Peter werkt langzaam naar een hoogtepunt toe. ‘De klimaatverandering en de temperatuurstijging zijn hier ook een groot probleem. Er wordt dus nu al gekeken naar nieuwe druivensoorten. Ook de witte Bordeaux begint in opkomst te komen. De Pessac-Léognan wit (de cru van de Graves, praktisch in de stad Bordeaux) is oud, kostbaar en heerlijk. Zo is er de Dourte no 1, een voortreffelijke wijn; Er zijn in de Bordeaux de vijf cru’s: Château Mouton, Château Lafite, Château Margaux, Château Latour en Château Haute-Brion. Wat bijzonder is dat er drie Paulliacs zijn, een Pessac Leognan en een Margaux. Noch de Saint-Estèphe noch de Saint-Julien hebben een premier grand cru classé. Dat is eigenlijk raar. Dit hele systeem van Premier cru, Deuxieme cru, Troisiéme cru, Quatrieme cru en Cinquieme cru kennen ze niet in de Saint-Émilion en de Pomerol. Hoe komt dat nou ?’
Wereldtentoonstelling 1855 Parijs
Terwijl we het hotel en het terras naderen rond Peter zijn verhaal over de cru’s af. ‘Dat is het beroemde verhaal van 1855. In dat jaar was de Wereldtentoonstelling in Parijs en toen mochten alle landbouwstreken in Frankrijk hun beste producten insturen en dat gold ook voor Bordeaux die haar beste, toen al wereldberoemde wijnen, instuurde waar in die tijd al over geschreven werd: Château Lafite, Château Margaux, Château Latour en Château Haut-Brion. Thomas Jefferson kocht al Lafite. In dat jaar werden er in Parijs nieuwe classificaties gemaakt. Château Mouton Rothschild (Pauillac) is pas in 1973 grand cru classé geworden. Hoe ze dat voor elkaar gekregen hebben ? Men zegt dat de familie Rothschild enige druk heeft uitgeoefend, want Lafite en Latour zijn echt groter. Enfin, de classificatie is nooit meer aangepast en natuurlijk zijn er meerdere prachtige wijnen die deze premier classificatie ook verdiend hadden zoals de Chateau Leoville Las Cases uit Saint-Julien en de Chateau Cos d’ Estournel of Montrose uit Saint-Estèphe. Een van de voorwaarden is wel dat een wijn een bepaald prijsniveau moet kunnen vasthouden. De Château eigenaren zal dat trouwens worst zijn, die verkopen toch wel. Maar onderschat Lafite en Latour niet, zij produceren zo’n 200 tot 300.000 flessen per jaar. Tsja, de Saint-Émilion en Pomerol werden helemaal niet uitgenodigd en dat had ook te maken met het feit dat de afstand te groot was. Er was nog geen telefoon, enz. En zo hebben die een eigen classificatie die met regelmaat wordt aangepast. Geen classé, gewoon cru. Château Pétrus is gewoon Pomerol en kent verder geen classificatie. Ze zijn wereldberoemd en produceren maar 80.000 flessen van hun 11 hectare wijngaarden’. Size doesn’t matter in dezen.
L’Atelier de Quai

We arriveren bij Hotel Le Valois in hartje Cognac, frissen ons op na dit mooie wijncollege en haasten ons naar de lunchtafel. Alles is in gereedheid gebracht en wanneer iedereen is aangeschoven, wordt de eerste wijn besteld: een perfect gekoelde Pineau de Charentes gevolgd door een frisfruitige rosé (L’Irrésistible de Terride 2018). Reishumidors verschijnen op tafel, sigaren worden uitgewisseld, knippers en burners gaan van links naar rechts en vanuit de tuin van L’Atelier de Quai aanschouwt een tevreden Heerenleedgezelchap hoe de tafel wordt volgezet met lunchgerechten.
Bordeaux links of rechts
Bij een temperatuur van boven de 35 graden, een gemiddelde leeftijd van boven de 60 en de nodige glazen alcohol hoort een siësta. Zeker wanneer enkele uren daarna weer acte de présence moet worden gegeven voor het diner. De rooktafel is door het dienstdoende personeel ’s avonds ietwat verplaatst om de andere gasten niet direct het zicht op elkaar te ontnemen vanwege het onvermijdelijke rookgordijn. We trappen voorzichtig af met een witte Bordeaux: een Pessac-Léognan 2017, Le Dada de Rouillac. Over de proefnotitie zijn we het wel eens: salie, kruiden, venkel, veel floraal, de cru van de Graves. Een van de jongere rokers denkt een ‘Salie B’ te herkennen. Een ander twijfelt of hij nu een ‘linker of rechter oever’ proeft. Enfin, een goed jaar en een schitterend glas wijn bij de voortreffelijke ganzenlever. Ik rook mijn favoriete Vegueros Mañanitas, helemaal geassembleerd in de Vuelta Abajo te Cuba. Beter kan ik het niet vinden: een 100 mm korte petit pyramide met ringmaat 46. Zeker met een glas La Clape 2017 van Chateau L’Hospitalet is deze pairing een hoogstandje. Wanneer ik de rookwolken omhoog volg, denk ik even blikken van jaloezie te zien bij de andere gasten op het terras. Morgenochtend staat de tour de Delamain op ons te wachten en daarom houden we het dessert eenvoudig en bestellen we geen vin liquoreux. De volgende avond beloven we weer terug te zijn aan dezelfde tafel.