
Passie
‘Jazzportretten‘ heet de serie voorstellingenreeks. Paul van Kemenade en Han Bennink zijn benaderbaarder dan ik dacht. Van Kemenade herken ik in eerste instantie niet. Vanaf de eerste rij blijf ik omkijken om te zien of hij nog zal binnenkomen in Ruimte X van het verbouwde Cinecitta Filmhuis in Tilburg. Bennink heb ik al herkend in de tuin van het filmhuis met zijn witte bebop kapsel, rode wangen en brede glimlach. Een klein mannetje pakt de microfoon en begint in licht Brabants/Tilburgs accent gepassioneerd de avond in te leiden. De altsaxofoon en zijn verhaal maken een en ander duidelijk: dit is hem.
Sloperij Bennink

Na de pauze neem ik mijn stoel weer in; twee meter van het drumstel van Han Bennink. Terwijl ik met mijn buurvrouw praat – al 15 jaar vrijwilligster van jazzcentrum PaRaDox – schrik ik mij plotseling wezenloos van een drumsolo die voor mij ontploft. Bennink stelt zich voor….. hij kreunt, lacht, kwijlt, ramt vreselijk hard op zijn trommels, kleurt nog roder, zet zijn maat 45 op de snaardrum, drumt op de zolen van zijn schoenen, gaat op de grond liggen, drumt verder op de podiumvloer, staat op en maakt een vriendelijke buiging naar de zaal. Na het optreden wil ik het weten: ‘Kunt u van papier spelen, meneer Bennink ?’, vraag ik. ‘Nee, joh, natuurlijk niet’, lacht hij voluit. ‘En met een computer kan ik ook niet omgaan’. Mijn volgende vraag kan ik al niet meer stellen. Terwijl hij mij breed lachend aan blijft kijken is Bennink alweer onderweg met de volgende afranseling van zijn drumstel.